Tot de basics van weeting horen de zeven belangrijkste weetingvormen. In het boek behandel ik ze, hierbij een inkijkje.
De werkvormen – ik noem ze weetingvormen – helpen bij het kiezen van de beste aanpak voor de wandelmeeting. De weetingvormen zijn bedoeld om een wandelmeeting beter, effectiever, makkelijker of leuker te maken en kunnen gebruikt worden voor de meeste soorten overleggen. Deze weetingvormen geven structuur zonder dat je een agenda of programma voor je neus hebt. Iedereen moet zijn eigen weg hierin vinden. Het is aan jou of en hoe je een weetingvorm toepast, afhankelijk van de situatie en werkstijl. In alle gevallen heb je een goede, rustige route nodig, die weinig navigatie vraagt en die ervoor zorgt dat je in principe op tijd terug bent. De structuur is, net als bij elke meeting, afhankelijk van het overleg en de voorkeuren van de deelnemers. Meer en minder gestructureerd, meer en minder flexibel.
De zeven weetingvormen zijn:
1. basisweeting – de vaste weetingstructuur met drie standaardpunten gekoppeld aan markante punten: doel/wanneer blij, tussenstand, conclusies/eerstvolgende actie;
2. freestyle – eigen sturing op de agenda, markante punten op de route zijn bedoeld voor je gevoel van tijd;
3. timeboxen – het koppelen van de agenda aan markante punten onderweg. Je loopt pas verder als je het punt hebt afgerond;
4. president’s walk – Een kort rondje, dat je steeds opnieuw loopt zolang als nodig;
5. recap-weeting – weeting met op het eind tijd om zittend het overleg te recapituleren en afspraken vast te leggen;
6. wissel – weeting met een groep, waarbij je onderweg op vaste plekken of momenten wisselt van gesprekspartner;
7. break-outweeting – een weeting als onderdeel van een zittende bijeenkomst, gericht op een specifiek, gezamenlijk vastgesteld doel. Deze weetingvorm kun je combineren met timeboxen of een recap-weeting